Spring naar content

Jaren 30-huis met energielabel A:
‘We zijn het gewoon maar gaan doen’

Een vrijstaand jaren 30-huis energiezuinig maken, dat is haast geen doen. Toch zijn Wytske en Tijl er gewoon maar mee aan de slag gegaan toen zij in 2017 hun woning aan de Laan van Avegoor in Ellecom kochten. Tijl: “We moesten zoveel verbouwen aan het huis. We dachten toen: als we nu niet kiezen voor isolatie en duurzame energie, dan doen we het nooit meer.”

Vijf maanden duurde de verbouwing ongeveer. Tijl: “We besloten om het meteen maar grondig aan te pakken, ook wat betreft energiezuinigheid. Naast alle ‘reguliere’ verbouwingen en verbeteringen, hebben we toen onder meer het dak geïsoleerd, dubbel glas in de bestaande raamkozijnen laten zetten en zonnepanelen geplaatst.”

‘Het begon met de warmtepomp’

Het begon eigenlijk allemaal met de keuze voor de warmtepomp, vult Wytske aan. “We wilden een warmtepomp omdat het ons geen goed idee leek om zo’n groot huis helemaal met gas te verwarmen. Een warmtepomp werkt het beste met vloerverwarming, dus hebben we die laten aanleggen onder de nieuwe granitovloer in de centrale hal en woonkeuken. Dan is het logisch om met zonnepanelen de stroom op te wekken voor de warmtepomp en liefst nog wat meer. Zo kom je van het een op het ander.”

Wytske en Tijl bij de warmtepomp

Zelf alles uitvinden

Het was wel pionieren voor Wytske en Tijl. Wytske: “Wij moesten het bij de verbouwing en de keuze voor de warmtepomp zelf een  beetje uitvinden. De vakmensen zeiden dat ze geen ervaring hadden met een warmtepomp en een jaren 30-woning. Dan ook nog in combinatie met een cv-ketel en de oude radiatoren. En, voegden zij daaraan toe, je moet het eigenlijk ook niet willen. Wij dachten: waarom niet? We zijn het gewoon maar gaan doen.” De plaatsing van de warmtepomp was ook nog even een kwestie. Waar zet je die neer zodat je buren (en jezelf) zo min mogelijk last hebben van het geluid? Wytske: “Bij de voordeur, gericht naar de straat was eigenlijk de beste plek. In het begin denk je: dit verdient geen schoonheidsprijs. Maar nu voelt het heel gewoon.”

Ook in het gebruik van de verwarming in huis was het een kwestie van proberen. Tijl: “De eerste winter hebben we het best wel eens koud gehad in de woonkamer. We moesten dan flink bijstoken met de cv-ketel op gas. Dat was niet echt de bedoeling. Het jaar daarna hebben we de vloeren en muren laten isoleren. Dat scheelt enorm, al zitten we met onze drie kinderen als het hard vriest, nog wel eens met een dikke trui op de bank.”

Tijl: “Dit is ons droomhuis waar we nog heel lang van willen genieten. Voor ons is het belangrijk dat we met z’n vijven heel prettig wonen en het gevoel hebben dat we op onze manier een bijdrage leveren aan de duurzaamheid.”

Maak gebruik van subsidie

Tijl: “Voor ons was het een voordeel dat we toch flink moesten verbouwen en dus de verduurzaming relatief makkelijk konden meenemen. Natuurlijk kost het nog steeds veel geld, dat moet je wel kunnen opbrengen. En, niet onbelangrijk, het is verstandig om goed na te gaan welke subsidiemogelijkheden er zijn. Wij hebben goed gebruik kunnen maken van de subsidie op de warmtepomp, isolatie en glas. Dat scheelt echt!”

“Stapsgewijs hebben we nu een heel aangenaam huis met een duurzaam gevoel. Door alle duurzaamheidsmaatregelen heeft dit jaren 30-huis zelfs energielabel A. We blijven de ontwikkelingen nog wel volgen en kijken wat we verder nog kunnen aanpakken. Inmiddels hebben we ook een laadpunt voor onze elektrische auto. We zouden nog de oude kozijnen kunnen vervangen en de glas-in-loodramen isoleren. Mogelijk gaan we ooit nog eens helemaal van het gas af.”

Verdien je het terug?

“Veel mensen vragen ons: wat levert het op?”, vertelt Wytske. “En: verdien je het terug? Het korte antwoord op die laatste vraag is nee. Het is ook lastig te berekenen natuurlijk. We kunnen onze kosten moeilijk vergelijken met de kosten als we andere keuzes hadden gemaakt. Die rekensom is nauwelijks te maken en daar was het ons ook niet om te doen. De vraag die wij stellen is: voelt dit goed? En ons antwoord daarop is volmondig ja.”